5 november 2013

Algemene Beschouwingen SGP-fractie begroting 2014-2017

Mijnheer de voorzitter,

Een belangrijk jaar voor bestuurlijk Oldebroek ligt voor ons. Gemeenteraadsverkiezingen, collegevorming en het opnieuw formuleren van het beleid op de lange termijn. Tegelijk is het belang daarvan in vergelijking met het totaal aan menselijk leven op deze door God geschapen aarde maar klein. De apostel Paulus voegt daar in Romeinen 8 het lijden van mens, plant en dier aan toe met de woorden: Want wij weten dat het ganse schepsel tezamen zucht en tezamen als in barensnood is tot nu toe. Ieder kan daar zo zijn eigen invulling aan geven. Het toont in ieder geval ons inziens aan, dat we het belangrijke van de begrotingsbesluiten in het juiste perspectief horen te plaatsen.  Desniettegenstaande ontslaat het ons niet van de plicht  om onze volle aandacht te geven aan de geformuleerde doelstellingen en uitwerkingen.

Met het eind van de bestuursperiode in het zicht, is het goed om in deze AB enkele punten te noemen die voor de SGP voor de periode 2010-2014 opvielen. 

Beleidsmatig is in deze periode naar ons inzicht een omwenteling in gang gezet die past in de ontwikkeling naar een participatiesamenleving, waarin de burger meer verantwoordelijkheid moet nemen en de overheid moet loslaten. Meer Samenleving en minder overheid dus met een andere rol in het geheel van het bestuur. Met hoeveel vallen en opstaan dit gepaard is gegaan en nog zal gepaard gaan kan iedereen voor zichzelf bedenken. Het doet niets af van het feit, dat Oldebroek op tijd geanticipeerd heeft op de maatschappelijke verandering die gaande is in Nederland. De gevolgen van de financiële en economische malaise zijn in de begrotingen via kerntakendiscussie en bezuinigingen op tijd terecht gekomen en we zijn er helaas nog niet. Desondanks is de klap voortijdig gezien en draaien alle mechanismen op volle kracht om financieel de gemeente op orde te krijgen. Wie de prestatieafspraken uit het bestuursakkoord nakijkt, kan zien, dat veel ambities zijn waar gemaakt. We hoeven maar te wijzen op de locaties Spakman en Koops. Ander zaken zijn door de ontwikkeling van de operatie “Oldebroek voor mekaar” ingehaald.  Waar in de collegeonderhandelingen voorzien werd, dat er weinig geld was om nieuwe zaken te realiseren en juist daarom aandacht werd gevraagd aan visievorming op een aantal terreinen, moeten we constateren dat het bestuur van Oldebroek veel meer heeft moeten doen dan toen voorzien werd. De ombouw van de gemeentelijke organisatie en het megaproject “Oldebroek voor mekaar” als uitvloeisel van de kerntakendiscussie èn de decentralisaties hebben als vliegwiel gediend om Oldebroek in turbulent vaarwater te brengen.

Politiek is Oldebroek ook in turbulent vaarwater gekomen. Van een dorp in slaapstand zijn we vooraan in de gevechtslinies terecht gekomen en een beetje minder had best gemogen. Het klimaat in de raad is anders geworden. De discussies rondom integriteit heeft dat ons inziens aangetoond en naast alle te noemen nadelen vinden we, dat dit proces hoort bij de huidige verhoudingen binnen de Oldebroekse gemeenteraad. Niet de overeenkomsten, maar de verschillen worden het liefst benadrukt. Dat is een verschijnsel dat landelijk ook te zien is. Het is een mooie opsteker, dat zowel Christenunie als SGP hebben meegewerkt om via het herfstakkoord te werken aan een rijksbegroting die kans heeft in de Eerste Kamer. En dat met NB D’66. Niet bepaald een SGP-vriend, maar blijkbaar toch een partner waarmee we tot zaken hebben kunnen komen. En dat geeft ook plaatselijk moed. Constructieve partijen in coalitie of oppositieverband hoeven elkaar niet te mijden, maar kunnen tot overeenstemming komen, met behoud van verschil van opvattingen. En zo hoort het ook. Alleen: zijn we al zover? Zowel ABO als CDA laten ons bij onderwerpen als begrotingen, kerntaken of Oldebroek voor mekaar nog wel eens achter met de gedachte dat deze partijen weglopen als pijnlijke maatregels moeten worden genomen. ABO komt bv. wel met kritiek op de uitvoering van het besluit rondom speeltuinen, maar kwam tijdens de kerntakendiscussie niet met een alternatief. En dat is nog maar één voorbeeld. De afwezigheid van het CDA bij informatiebijeenkomsten als organisatieontwikkeling en decentralisaties kan een reden hebben die niets met politiek te maken heeft, en dat hopen we, maar anders zegt het wel iets over een verschuiving van een partij die altijd met hart bezig was voor de Oldebroekse samenleving. En het doet ook  aan het landelijk beeld van het CDA denken. Welke kant gaat dit op na de verkiezingen? Nog één ding: de vraag die de SGP stelde rondom de reclame van sexbeurs Kamasutra werd door de belangrijkste ABO-woordvoerder dhr. Verberk afgedaan als een geste richting de achterban van de SGP. Hier blijkt dat er ook sprake is van het niet (willen) begrijpen van wat de andere partij drijft. Dat is ernstig. Daaruit ontstaat een beeldvorming die niet past op de werkelijkheid.  Bij elkaar opgeteld maakt de SGP-fractie zich zorgen over de polarisatie die in onze raad hardnekkig lijkt te zijn. Komen we uit bij de zin op blz. 3 van de begrotingstekst: “politieke partijen dingen dan naar de gunst van de kiezers”? Wij hopen dat we voor die situatie bewaard mogen worden. Maar we vrezen dat het anders ligt. Dat zal ons in 2014 Deo Volente wel duidelijk gaan worden.

Terug naar de toekomst van Oldebroek. Een terugtrekkende rijksoverheid betekent voorlopig, dat de rijksinvloed op het gemeentelijk beleid toeneemt. De decentralisaties met hun bezuinigings- taakstelling samen met de zorgplicht van de gemeente zorgen voor een benepen situatie voor onze financiële positie. Boven het stuk in de Volkskrant van 18 oktober 2013 van Tilburgse hoogleraar Harrie Verbon stond tekend: Rijk schuift zorgkosten af, maar blijft wel de baas.  Verbon spreekt zelfs van een afschuifoperatie i.p.v. een decentralisatieoperatie.  Over de decentralisaties gaan we hier niet verder. Wel over de vraag hoe we op termijn de tekorten op de gemeentebegroting willen gaan dekken. Ondanks alle maatregelen zijn we er nog niet. Dat betekent, dat we nog eens goed in de hoeken moeten kijken of we niet geld hebben liggen of dat we binnen moeten houden dat we nu uitgeven. Het zwembad is voor de SGP een voorbeeld dat uitwijst, dat we de geldkraan anders moeten gaan bedienen. De in de begroting opgenomen € 450.000,= die we nu jaarlijks neer moeten leggen, is voor ons al jaren een te groot bedrag. Alle pogingen ten spijt is het verlagen niet gelukt, maar we blijven het college voorhouden, dat hier een eind aan moet komen als de voorgelegde tekorten moeten worden gedekt.

Aan het verhogen van het lastenniveau kunnen we niet denken, gezien de hoogte boven het landelijk gemiddelde in 2013. De hoogte van de OZB opbrengst blijft bij de SGP vragen oproepen als het gaat om de bestaande afspraken. Wat ons betreft is het alle hens aan dek om onder het gemiddelde landelijke lastenniveau te komen. Het is in belang van onze burgers om het lastenniveau zo laag mogelijk te houden. Dit betreft ook de begraafrechten. Het is voor de SGP fractie dan ook zeer teleurstellend dat het beheerplan begraafplaatsen niet meegenomen is in de bezuinigingsronde. De hierbij behorende evaluatie tarifering begraafrechten en een evaluatie van het beheerplan was toegezegd voor eind 2011 en zal zoals nu gepland pas begin 2014 na herhaaldelijk vragen vanuit de SGP fractie in de raad worden besproken. De SGP fractie betreurt deze gang van zaken en daarbij hebben wij onze formulering sterk naar beneden afgerond.

De samenwerking tussen Oldebroek en de vele anderen, kortgezegd Verbonden Partijen, is onlangs in de commissie B&V gepresenteerd. We weten dat het gaat om een enorme hoeveelheid partijen met verschil in soorten en  maten, financieel risico, transparantie, afstand tot politieke besluitvorming etc. De aanbevelingen van de rekenkamercommissie willen we nogmaals onderstrepen, gezien de complexiteit en het onopgemerkte risico dat zich in een bepaald samenwerkingsverband verschuilt. We wachten de nota verbonden partijen daarom met belangstelling af.  Het zal de SGP niet slecht uit komen om te werken naar meer eenduidigheid, hoezeer dat ook in een grensgemeente kan worden belemmerd. 

De begrotingstekst geeft goed aan waar de SGP haar blik naar toe houdt: de gemeente Elburg. De gang van zake in de gemeente Heerde laat zien, dat we niet met een eenvoudige partner van doen hebben. Het college doet er volgens ons goed aan om de relaties met Elburg op een goed niveau te houden om straks niet met een kater achter te blijven. Als we ons niet vergissen lijken de Heerdense afdeling voor VVD, GL/D’66 en de Gemeentebelang/Boerenpartij niet staan te springen voor de fusie met Oldebroek en lijkt ook het CDA een flinke slag om de arm te maken. “Een stip op de horizon”, noemen ze het daar. Dat is heel wat anders als de originele plannen van het college, die wagen van een sprint tot 2017. Wie de situatie in Hattem in ogenschouw neemt, komt tot de ontdekking, dat het ook daar qua mening nog al uiteenloopt.  Conclusie: onzekerheid, die het voor het college ons inziens noodzakelijk maakt om haar voelsprieten verder in Elburgse richting uit te steken. We laten een verdere vergelijking van deze gemeenten gericht op bestuurskwaliteit en  gebieds- overeenkomsten  maar rusten, maar voor de SGP is het zeker dat dit ook in objectieve zin voor Elburg pleit.

In het besef van de noodzaak van Gods zegen sluit het college de Algemene beschouwing af. Dat besef vervult ook ons hart als we kijken naar de toekomst. De plannen zijn met de kerntakendiscussie als ondergrond en de beleidslijn Oldebroek voor mekaar als uitvoering vol ambitie. De ons inziens noodzakelijke investeringen in de organisatie hoort daar volop bij en met vanuit deze  drie grondtonen is de begrotingstekst gecomponeerd. Uiteraard met de naderende decentralisaties als steeds luider wordende achtergrondmuziek. Veranderingen zijn bittere noodzaak en dat laten de financiële randvoorwaarden onomstotelijk zien. Met de verbetering van herfstakkoord  in de zak vanaf 2015, zit Oldebroek structureel in de rode cijfers. Conclusie: de ombuigingen vanaf 2010 ingezet is de opmaat geweest voor de volgende periode. Voor de SGP betekent dit, dat met minimale lastenverhoging, er financieel strak moet worden gestuurd en er opnieuw zaken tegen het licht moeten worden gehouden om de begroting op evenwicht te krijgen. Het is volgens de SGP een goede zaak, dat de toekomstige coalitie zich buigt over het meerjarig sluitend maken van de begroting. Afgezien van de afronding van een aantal belangrijke wetten in 2e of 1e Kamer is het ook correct om het nieuwe college de ruimte te geven haar inzichten de volle ruimte te geven die nodig is om de financiële taakstelling rondom vooral de decentralisaties vorm te geven.

Nieuwe investeringen in voorzieningen als zwembad en sporthal beziet de SGP met deze cijfers uiterst kritisch c.q. afwijzend. Voor ons geldt hier nu echt: wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen en dat zijn voor ons op dit moment zeker niet de sportvoorzieningen. Bezorgdheid over de kwaliteit van de over te hevelen zorg via decentralisaties binnen onze gemeente staat voor ons bovenaan.  Ook de zinsnede “Om de onderwijshuisvesting ook in de toekomst betaalbaar te houden etc. “ geeft ons alle rede om niet blij te zijn. Het kan niet zo zijn, dat onze opgroeiende jeugd middels een penibele kwaliteit van schoolgebouwen moet lijden onder de financiële situatie in onze gemeente. De landelijke cijfers, waarin over een tekort van 7 miljard gesproken wordt, zijn schokkend en de SGP vindt het onvoorstelbaar dat een gemeente in het verleden onderwijsgeld heeft gebruikt voor ander beleid. Wij vragen het college dringend om er garant voor te staan, dat dit in onze gemeente niet gebeurt. Clustering is in onze ogen niet bedoeld om de ruimtelijke voorzieningen voor het onderwijs in kwaliteit af te laten nemen. Efficiencyvoordeel:ja, beknibbeling:nee.

Meer samenleving, minder overheid met als vertaling Oldebroek voor Mekaar (en dus een andere rol van de overheid) heeft in de begroting gezorgd voor een duidelijke rode draad. Dat maakt dat deze begroting meer eenheid van beleid uitstraalt dan haar voorgangers in het verleden. Het maakt het voor de raad ook eenvoudiger om in dit beleid haar keuzes te maken. De uitvoering vraagt van het college en ambtenaren het maximale aan inzet en geduld. De zoektocht naar mogelijkheden een optimale “warme overdracht” met de beperkte financiën is door een enkele partij afgewezen, maar voor de SGP is het de enige weg om te behouden wat er aan mogelijkheden is. Extra geld is er niet en dat besef zal de samenleving zich goed moeten realiseren. Willen we bovendien succesvol kunnen snijden in ons ambtenarenbestand, dan kan het niet anders of het begrip “verantwoordelijkheid” zal qua inhoud uitgerekt moeten worden, tenzij verschraling door onze samenleving wordt aanvaard. Dat is een gemiste kans in een gemeente die zich laat kennen door haar betrokkenheid op de directe omgeving. Het is en blijft  voor de SGP-fractie de vraag of de hele samenleving zich wil laten motiveren voor het nemen van die vergrote verantwoordelijkheid. Wat voor beeld geeft Oldebroek over een jaar of 10? Een vraag die op dit moment niet te beantwoorden is en die de “zoektocht” aangeeft die gemeentebestuur en burgers met elkaar moeten doormaken.  Duidelijk is wel dat wil het hele project ‘Oldebroek voor mekaar’ slagen er de nodige inspanningen geleverd moeten worden. Dit vraagt ook heel wat van de ambtelijke organisatie. Zeker in het kader van de kerntakendiscussie en de organisatieontwikkeling. Het is van belang dat de investering in de organisatie tot meetbare kwaliteitsverbeteringen leidt en de SGP-fractie verwacht een financiële verantwoording van het college als het gaat om deze investering.  Wat de SGP-fractie betreft is het belangrijk dat er een financieel strakke sturing en duidelijk inzicht is als het gaat om de personele lasten.

Het draaiende project “speeltuinoverdracht” laat wel zien, dat er ook halverwege de rit tegen grenzen van burgergewilligheid wordt opgebotst. De SGP ziet de absolute noodzaak van communicatie van randvoorwaarden vooraf en het zichtbaar maken van de voordelen bij anderen als positieve prikkel om toch aan de slag te gaan. “Woorden wekken, maar voorbeelden trekken”, zeiden onze ouden vroeger  en we onderschrijven het van harte. Het doet overigens goed, dat we boven de afgesproken richtlijn van 3% ruimte voor speelvoorzieningen zitten. De SGP-fractie wil het college meegeven dat in steden al ontwikkelingen gaande zijn die leiden tot natuurspeelplaatsen. Voordeel: optimale groenbeleving en in een tijd van toenemende inactiviteit van kinderen een geweldig medicijn om beweging te stimuleren. Den Haag heeft er al één en het is geplaatst op een braakliggend terrein (en die hebben we genoeg). De gemeente legt het aan, de wijk (ouders) nemen het beheer voor hun rekening en zelfs scholen doen mee in de vorm van natuureducatie. Dat noemen wij nog eens een geweldige combinatie. En voor de bezorgden onder ons: het terrein heeft al drie jaar historie achter zich en heeft een toenemend aantal bezoekers. En als kinderen daar zelf met hamer en spijkers mogen werken met NB overtollig bouwmateriaal, kunnen wij hier niet zeggen dat dit hier niet kan (zie VNG-magazine 6/9/2013). Het lijkt de SGP goed om ook deze vorm aan  het college aan te reiken in de fase van het onderzoeken van kostenbesparende mogelijkheden.

Ons gemeentelijk landschap is in potentie een kansrijk gebied voor toerisme. Uiteraard geldt dit voor bos en heide. Maar wat vooral op de kaart moet staan is ons goed bewaard weide gebied, dat deel uitmaakt van de Natura2000-gebieden. Wie met enig verstand de weidevogeltellingen volgt, ziet met schrik dat ook ons weidegebied in aantrekkelijkheid achteruit gaat. De proef die Vogelbescherming (Red de rijke weide) dit jaar heeft uitgevoerd met het veranderen van beheer zodat bloemrijke weiden ontstaan heeft voor meetbare verbetering gezorgd. Het zou vanuit meerdere bestaande gemeentelijke doelstellingen aan te bevelen zijn om deze landschapsverbetering ook voor ons gemeentelijk weidegebied, zeker langs het Randmeer, te volgen. Vogelbescherming dringt aan op 20% van het totaal areaal en de SGP is benieuwd of deze visie door het college wordt gedeeld en ziet dat dit project kansen biedt voor onze gemeente.

Het verleggen van verantwoordelijkheden vinden we onder andere terug in het Toeristisch Platform waar vooral de recreatieondernemers de ruimte krijgen om een meer eigen invulling van het beleid vorm te geven. Vallend onder kaders van onder andere het evenementenbeleid geeft daarmee zeker houvast voor het Platform en een toetsingskader voor de raad. Daarmee wordt invulling gegeven aan de voorwaarden als aangegeven in de Zondagswet. Het zal u niet verrassen dat de SGP-fractie de voorwaarden richting zondagsrust als minimale eis ziet en liever nog scherper opgenomen zag. Wij willen graag van het college de bevestiging, dat de opgenomen passage t.a.v. de zondagsrust ook in dit verband van toepassing blijft.

Over het geheel van de veranderingen op het gebied van de sociale voorzieningen is veel te zeggen, maar daar krijgen we later nog alle kansen voor. De basis van de hele operatie, eigen verantwoordelijkheid voor bestaanskosten, is voor de SGP alleszins acceptabel, mits de werkelijke zwakken in onze samenleving ook die steun blijven behouden die ze nodig hebben. De uitvoering van het beleid vraagt om een dienstverlening die staat als een huis. Daar zal de aandacht van de SGP met name op gericht zijn. Ook voor de transformatie Jeugdzorg moet gelden, dat de plannen er goed uitzien, maar dat de uitvoering van deze ingewikkelde operatie geen slachtoffers mag kennen. Elk kind is er één, zei wijlen prof M.J. Langeveld. En gelijk had hij.

De deregulering is een belangrijk speerpunt van dit college geweest. Op het gebied van ruimtelijke ordening is dit naar onze mening het meest duidelijk te zien. De uitvoering ligt nog in de toekomst, maar met het rijksbeleid als steun in de rug zal dit na de nieuwe Omgevingswet haar versnelde beslag gaan krijgen. De genoemde klantgerichtheid op blz. 28 zou een overbodig te noemen  zaak moeten zijn voor een dienstverlenende overheid, maar in de praktijk hebben we vaak gezien en gehoord dat woorden en daden uit elkaar kunnen groeien. De praktijk zal het ook hier leren, dat alleen de daden voor de burger tellen. Het streven om de instrumentaria voor stimulering van de woningbouw met CPO (Collectief Particulier Opdrachtgeverschap) uit te breiden is voor de SGP fractie een goede keus. Het samen op trekken met de verschillende marktpartijen hoort daar vanuit OvM helemaal bij.

De SGP-fractie wil aan het eind van haar eerste termijn de wens uitspreken dat de besluitvorming in het kader van deze begroting mag bijdragen aan het welzijn van onze burgers.

Wij wensen zowel het college als de ambtenaren Gods zegen toe in hun arbeid.