11 juni 2018

Forse winst uit het grondbedrijf

 

Forse winst uit het grondbedrijf

In de raadsvergadering van 7 juni 2018 is het Meerjaren Programma Grondbedrijf (MPG) 2018 besproken. Het MPG bevat het saldo van de grondexploitaties uit het grondbedrijf. Het MPG 2018 laat zien dat tijden veranderen. Er kan een tussentijdse winst genomen worden van meer dan 5,4 miljoen en dat is wel eens anders geweest. In het verleden moesten er forse afwaarderingen plaatsvinden op het grondbedrijf.

Het positieve resultaat is misschien deels te verklaren door de veranderende economische situatie. Maar als SGP zijn wij van mening dat ook het college hierin een grote rol heeft gehad. Er zijn 7 projecten afgerond. Er is bij een heel aantal projecten overeenstemming. Daarnaast lopen een heel aantal projecten goed qua tijd, geld en kwaliteit. 

Als bijlage is het projectplan principe verzoek Hart van Oosterwolde toegevoegd aan het agendapunt. We zijn er als SGP tevreden mee dat dit op deze transparante manier gebeurt. Wel krijgen we nu een inkijkje in de totale kosten die het voorbereiden van dit plan met zich meebrengt. Daarom hebben we in de commissie ook de vraag gesteld aan de andere of de andere fracties bereid zijn om daar zoveel geld voor uit te trekken of dat ze binnen het bedrag willen blijven eerder is vastgesteld. Een enkele fractie heeft daarop gereageerd. Het is voor de SGP wel een aangelegen punt. Dergelijke initiatieven zijn dus wat betreft voorbereiding nogal kostbaar. De vraag is wat ons betreft gerechtvaardigd hoeveel geld mag een dergelijke voorbereiding van initiatieven kosten. Het plan Hart van Oosterwolde zal niet het enigste en laatste initiatief zijn.

Van de wethouder hebben we in de commissie begrepen dat de gemeente Oldebroek volop meedoet op de woningmarkt. We hebben gelezen dat in 2018 de notitie prioritering van woningbouwprojecten naar de raad komt. Wat ons betreft dan een goed moment om ook de balans op te maken in hoeverre datgene wat in de bestuursovereenkomst is afgesproken aangaande de te ontwikkelen visie op woningbouwlocaties in de toekomst daarbij eventueel kan aansluiten.